ADHD en angst: waarom je je steeds ‘aan’ voelt staan
- Joyce Mastenbroek
- 7 mei
- 2 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 12 mei
Veel vrouwen met ADHD worstelen met angstklachten – soms al van jongs af aan, soms sluimerend op de achtergrond.
Niet altijd zichtbaar als paniekaanvallen of fobieën, maar wél voelbaar als:
constante alertheid
piekeren
faalangst
pleasegedrag
perfectionisme
of het gevoel dat je altijd nét te veel of nét te weinig doet
Angst kan zich in je lijf vastzetten als onrust, vermoeidheid of het gevoel dat je nooit écht kunt ontspannen. Maar waar komt die angst eigenlijk vandaan?

Waar komt die angst bij ADHD vandaan?
Bij ADHD werkt je brein anders. Dat betekent niet alleen dat je snel afgeleid bent of moeite hebt met plannen, maar ook dat je:
Overprikkeld raakt door geluid, mensen, verwachtingen
Moeite hebt om overzicht te houden, wat chaos en onzekerheid oproept
Sterk reageert op emoties en stemmingen, ook van anderen
Last kunt hebben van afwijzingsgevoeligheid (rejection sensitivity) – het gevoel dat je steeds moet bewijzen dat je goed genoeg bent
Een lagere serotoninespiegel kunt hebben, wat invloed heeft op stemming en angstregulatie
Kort gezegd: je zenuwstelsel staat vaker op scherp. Je hoofd maakt overuren. En dat voelt... onveilig.
Wat zijn de gevolgen?
Als angst langere tijd aanhoudt, raak je uitgeput. Je durft minder. Je stelt uit. Je trekt je terug of raakt juist overactief. Je gaat jezelf inhouden, aanpassen, verstoppen. En zo wordt je wereld kleiner. Angst kan ervoor zorgen dat je niet meer doet wat je eigenlijk wíl doen – omdat je brein steeds zegt: “Wat als het misgaat?”
Wat helpt?
Herkenning: snappen dat dit bij jouw brein hoort is stap één. Je bent niet raar of zwak – je bent overbelast.
Rust creëren in je omgeving én in je hoofd – denk aan structuur, begrenzing van prikkels en zelfzorg
Coaching of therapie: samen kijken naar je patronen, triggers en wat jij nodig hebt om je weer veilig te voelen
Zachtheid: de angst wil je niet saboteren. Hij wil je beschermen. Alleen weet hij soms niet wanneer het écht nodig is.
Je hoeft niet altijd ‘dapper’ te zijn. Soms is het dapper genoeg om toe te geven dat je bang bent – en daar zacht en eerlijk naar te kijken.Vanuit die plek kun je gaan bouwen. Op jouw tempo, met je hoofd én je hart.
Opmerkingen